Van Jason naar de Mandelabrug roeien. Hoe doe je dat? De Rijn-stuurcommissie zet de aandachtspunten op een rijtje.
Maar eerst: je mag alleen de rivier op onder de zogenaamde Rijn- stuurdispensatiecondities. Dat wil zeggen: de waterafvoer Arnhem moet minder dan 300 m3/s op de Riverboard-app zijn. Controleer of iedereen goed zit en de overslagen dicht zijn.

Vanuit de haven de rivier op en weer terug

Vaar vanuit het botenhuis naar positie A. Bekijk rustig hoe het met de scheepvaart staat. Je ligt daar een bootlengte af van de havenmond zodat er goed zicht is stroom op- en afwaarts. De punt van de boot mag nog niet in de stroom terechtkomen.

Indien de rivier vrij is, ga dan via route B, nadat de boot nog buiten de stroom schuin tegen de stroom is gedraaid, steek zo snel mogelijk over en vaar aan de overzijde stroomafwaarts naar de stad. 
Je vaart dus aan de bakboordwal omdat de stuurboordwal hard en steil is, er altijd wel schepen liggen afgemeerd of manoeuvreren en er in de bocht bij X een sterke stroom kan staan vanwege de buitenbocht en door de vernauwing na de havenmond. Bij de afgemeerde schepen wordt de stroom niet geheel afgebogen maar splitst zich waarbij tussen wal en schip een sterke stroom ontstaat. De kans om daar tussen wal en schip gezogen te worden, is aanwezig als de boot onverwacht met de stroom in de rug stil komt te liggen vanwege golven van tegenliggers of technische problemen.

Terugkomend uit de stad vaar je  aan stuurboordwal ver door en steek je pas over om de haven in te varen als je de havenmond bijna voorbij bent waarbij je naar het groene havenlicht op de punt van de landtong stuurt. Het richtpunt is het tweede groene baken op de landtong na het bruggetje. Zo vermijd je punt X waar je bij matige stroom al naar toe getrokken wordt.

Via de Johan Frostbrug naar de Nelson Mandelabrug
Je vaart aan de bakboordwal. Wat te doen bij tegenliggers?

Roeiboten
Voor een tegemoetkomende roeiboot wijk je uit zodat deze zijn weg aan zijn stuurboordwal kan vervolgen. Je wijkt uit naar het midden van de rivier als er geen andere scheepvaart achter de roeiboot aan komt. Is de rivier achter de roeiboot niet vrij, dan vaar je aan bakboord een kribvak in. Als je vermoedt dat de tegemoetkomende roeiboot wordt ingelopen door zijn achterligger en ook moet uitwijken ga dan een kribvak eerder in om te voorkomen dat je met twee boten in hetzelfde vak komt te liggen, wat bij wind en stroom lastig is.

Pleziervaart
Tegemoetkomende motorjachten moeten wijken voor roeiboten. Blijf duidelijk aan je bakboordwal varen en ga een kribvak in als er golven verwacht worden of als het schip niet uitwijkt. Bij een of twee schepen zonder verdere achterliggers kan je ook midden op de rivier gaan varen. Voorkom dat je een schip met golven net onder de brug passeert of bij een langskrib omdat daar de golven direct terugkaatsen waardoor kruisgolven ontstaan.

Beroepsvaart
De beroepsvaart heeft altijd voorrang. Blijf duidelijk aan je bakboordwal varen en ga een kribvak in als er golven verwacht worden. Zijn de golven niet te hoog vaar dan (eventueel met lichte haal) door of stuur na het schip naar het midden van de rivier zodat je loodrecht door de golven vaart. Dat kan alleen als de rivier achter het schip vrij is. 

Van de Nelson Mandelabrug via de Johan Frostbrug terug naar Jason
Het Sturen-B-diploma geldt tot de Nelson Mandelabrug. Bij de brug wordt rondgemaakt om weer terug te varen. Stroomt het wat dan kan je kribjes varen. De kribvakken zijn vrij kort dus vaar maar iets het vak in. Dit heeft overigens voor glad materiaal weinig zin.