Geplaatst op 30-07-2024
- Categorie: Nieuwsbrief
- Auteur: Eveline Boermans
Cirkel 1: Houding
Uitpikhouding: benen gestrekt + aangespannen/ rug gestrekt/ hoofd rechtop/ achterover leunen, maar niet zover dat het bankje onder je naar voren komt. Licht hangen aan de buikspieren/ handen ontspannen weggezet tot halverwege de dijbenen.
Stop 3- houding: Inbuigen (licht voelen trekken in de hamstrings)/ buigen d.m.v. kantelen van het bekken, niet hoger in de rug buigen/ hoofd rechtop. VOOR OP HET BANKJE ZITTEN/als een roeier moeite heeft om in te buigen, dan de voeten lager in de boot afstellen/ armen net niet maximaal gestrekt/ schouders ontspannen.
Catch: Vanuit 3e stop naar catch glijden: Het doel van het oprijden is het plaatsen van het blad, niet het maken van een haal. Belangrijkste punt: ontspannen armen/ schouders zodat het draaien van de riem alleen met de handen gebeurt en niet met de hele schoudergordel. De stand/ hoek van de rug t.o.v. het bankje blijft gelijk, zowel bij scullen als bij boordroeien. Blad plaatsen door strekken van de schouders, of buitenschouder bij boordroeien. Schouders versnellen als het ware ten opzichte van het bankje; echter het hoofd blijft rechtop zodat er geen nabuigen plaatsvindt.
Scullen: beide handen draaien het blad bij de enkels verticaal zodat het laatste stukje van het rijden met ongedraaid blad gebeurt.
Boordroeien: draaien van het blad bij de enkels met de binnenhand; daarna de binnenhand ontspannen. Bij het draaien de pols naar boven draaien, niet de hand naar beneden omdat er dan eerder gevlagd gaat worden. Doorglijden op de sliding en blad plaatsen vanuit het aanglijden d.m.v. de buitenhand iets te versnellen. (Bedenk: het enige doel van de recover na de 3e stop is het plaatsen van het blad, niet het maken van de haal.)